Pagina 1/11

Selecteren op thema

Sorteren

naar oudere weblogs (oude vormgeving)

8 september 2016 - test

ss

14 april 2013 - eskimo

eski

Van goeie verkopers wordt gezegd: hij kan een koelkast verkopen aan een eskimo.

De plaatjes zijn niet zo scherp, omdat het screenshots zijn van een filmpje dat op zijn beurt weer is gemaakt met een fotocamera. Dus we kunnen niet zien wie we zien. Maar ga er maar gerust van uit dat mijn ego te groot is om iemand anders dan mezelf hier te tonen.

Dus je hebt geleerd te eskimoteren?

Nou, een beetje. Er is nog wel wat ruimte voor verfijningen, maar ja de beelden bewijzen: mijn techniek is kennelijk goed genoeg om hem omhoog te krijgen. Theoretisch kan het eigenlijk niet als de peddel zo verticaal staat. Bij het begin van de beweging zou het hoge eind van de peddel eigenlijk tegen de bodem van de kano moeten liggen. Maar hé, als het werkt, fuck hydro-dynamic science. Al gebiedt de eerlijkheid toe te geven dat het ook nog wel eens niet lukt en "zwemmend een kano naar de kant slepen" geoefend kan worden.

Was het leerproces zwaar?

Nou, het moeilijkst is eigenlijk om 20 jaar "ik mag niet omslaan" uit je hoofd te krijgen.

En wat schiet je op met deze nieuwe vaardigheid?

Ja, weinig. In theorie hoef je minder bang te zijn voor omstandigheden waarin je zou kunnen omslaan. Maar in een echte Westerschelde is het water geen 28 graden, staat er geen kiosk met broodjes kroket op de kant en zie je geen reet als je ondersteboven in je kano hangend je ogen open doet. Wat je dan vooral niet kan zien is of je peddelblad horizontaal staat.

Natuurlijk het allerdiepste respect voor die oer-eskimo die in een tijd waarin nog nooit iemand had gehoord van pizza-koeriers tussen de zeeleeuwen ondersteboven hangend in zout water van 14 graden Fahrenheit bedacht: Weet je wat deze wereld nodig heeft? Een knopje met de tekst "omslaan ongedaan maken". Om de wachttijd door te komen bedacht hij vervolgens een work-around: hup met je peddel. Hoe kon hij geloven dat hij dat kon? Zelfs iemand die met eigen ogen een demo heeft gezien twijfelt of hij het zelf kan.

15 september 2012 - hoofdwond

vensterbank
En de luxaflexen verbogen.
O, o, als Monique dat ziet.

Ik heb mijn vensterbank gebroken.
Kun je je daar ook al mee ziekmelden?
Nou, het is wel een enigszins gecompliceerde breuk.
Heb je daar gereedschap voor gebruikt?
Of is er iets op gevallen wat heel zwaar is? Moet zeker wel honderd kilo zijn geweest.

Nou, 91 om precies te zijn. En het gereedschap was mijn achterhoofd. Koreanen kunnen met hun voorhoofd een stapel van zes planken versplinteren, ik kan het zelfs zonder het target te zien.

Hoe is dat dan zo gekomen?

Het was middenin de nacht. Meestal word ik na vier uur slapen even wakker, een mooi moment om even naar de wc te gaan, soms nog zoiets als het aanzetten van de vaatwasser en ook altijd wel even langs Maarten lopen. ‘s Winters om zeker te stellen dat hij onder zijn dekbed ligt, ‘s zomers om hem er onder uit te halen en de laatste tijd heeft hij een manie om met zijn hoofd onder het dekbed te slapen tegen de muggen. Hoe leg je een kleuter iets uit over zuurstof? Ik doe dan het licht in de logeerkamer aan, dan is het net licht genoeg om iets te zien, maar zo donker dat Maarten niet uit zijn slaapje komt.

Zo ook afgelopen vrijdag. Ik kom uit bed, steek de overloop over, doe het licht aan en dan geeft iemand me uit alle macht met een klauwhamer een klap op mijn achterhoofd. Of zo iets. Ik dacht nog: Goh, stuurt de Nederlandse Vereniging van Makelaars nu ook al Kroaten achter mij aan?

Als ik mijn ogen opendoe, lig ik op een kandelaar. Dat is alleen de kandelaar die beneden bij het raampje voor de wc staat. Hier is maar een verklaring mogelijk, maar die kan het niet zijn. Toch? Ik was helemaal nog niet op weg geweest naar de trap.

Van de hele trap kan ik me niks meer herinneren. Maar ook geen enkele aankondiging dat er bijzondere gebeurtenissen in de lucht hingen. Mijn spieren voelden regular, temperatuur was ok, ik was niet buiten adem. Geen hartkloppingen. Geen hoofdpijn. Alles zoals je het zou wensen, waar ik ook zelden iets over te klagen heb.

Ik voel wel eens duizelingen, een collega heeft me twee jaar geleden een keer naar de neuroloog gestuurd en die weer naar de eerste harthulp. Maar de boodschap was een beetje: verdwijn uit mijn ogen, hypochonder. Ik heb het ook wel eens op het werk, twee, drie keer per jaar. Gewoon lezend of muizend. Komt het weer goed of vinden ze me straks op de vloer?

Maar vrijdagavond was ik niet duizelig, Het was niet zo dat ik wankelde en steun zocht en misgreep. Ik ben niet gestruikeld. Er is gewoon een stuk tijd weg. Misschien alleen de twee seconden van de trap. Niemand die het weet. Misschien toch eens ernst maken met die bewakingscamera’s en bewegingsmelders. Dan kun je ten minste een beetje samenhangend aan de dokter vertellen wat er is gebeurd.

Waarschijnlijk was er evenveel kans dat ik in de logeerkamer op de vloerbedekking was geëindigd. Wat dat betreft heb ik het dan niet getroffen. En het had ook veel erger kunnen zijn. Het kan je ook een kunstgebit, blindheid, rolstoel of urn opleveren. Ik moet redelijk verticaal op de vensterbank zijn gevallen. Als je zo’n standaard woningcoöperatie-tegel horizontaal raakt, breekt hij veel minder makkelijk. De laatste treden heb ik waarschijnlijk in een achterwaartse koprol afgelegd. Mijn broeksriem heeft zwarte strepen op de muur getrokken boven de leuning. Zit er 10 jaar na afsluiting van een lange volleybalcarrière nog iets van in je systeem?

Het feit dat die tegel is gebroken is waarschijnlijk ook een mazzeltje. Vanaf dat moment gaat hij meegeven en kan je schedel het winnen. Something’s gotta give. Blijft een wonder dat die heel blijft. Testje voor de fontanelletjes.

De plek van de strepen lijkt erop te duiden dat ik zelfs het lichtknopje niet gehaald heb en ik meteen op de overloop in elkaar ben gezakt en langs de korte bocht het trapgat in ben verdwenen.

Het griezeligste van het verhaal is natuurlijk dat je niet meer kunt vertrouwen op je gewaarwordingen. Ik voelde niets vreemds. De uren daarvoor ook niet. De dagen daarvoor ook niet. Het was een drukke week. Niks bijzonders dus. Ik had een biertje op, niks bijzonders dus. Geen B-merk, niet over de datum.

Wat gebeurt me dan over tien minuten als ik weer niks raars voel? Kun je dan nog autorijden? Zo’n geintje in een zwembad en je verdwijnt eerloos. Mijn vader is verdronken toen ik nog jong was. In een historische zeeslag? Nee, bij het banenzwemmen op dinsdagmorgen. “Die stumper moet nog wel een beetje oefenen voordat hij vlot een keerpuntje kan doen” denkt de badmeester.

De eerste reactie van de dokter was dat het waarschijnlijk gerelateerd is aan opstaan vanuit liggen. Als je uit je bed springt, is je hartslag laag en gaat er door de zwaartekracht ineens een groter percentage van de bloedsomloop naar de benen. Dat is niet erg, maar het wordt bezuinigd op je hoofd. Misschien is dat de verklaring.

Het bed voldoet aan de ziekenfonds-definitie van seniorenbed. Het past net in de kamer. Eigenlijk is het een Deens kajuitbed, dus meer een ladenblok met een matras er bovenop. Je zwaait je benen opzij en je staat. De deur kan net open, dus met één stap ben ik over de drempel. Situatie bestaat al zes jaar, ik ben misschien al duizend keer door het oog van een naald gegaan.

Dat alle hersenfuncties tegelijkertijd voor 100% kunnen uitplokken had ik nooit voor mogelijk gehouden. Zicht, gehoor, spiercoördinatie. Een totaal dood systeem.

En waarom merk ik niks van het hele traptraject en wel van de vensterbank? Of was mijn hoofd net op dat moment lang genoeg het laagste punt geweest om een reboot te voltooien?

Bij de EHBO leer je dat je een slachtoffer in principe niet moet verplaatsen, maar mijn eerste reflex was toch om op te staan en een stoel te zoeken. Vervolgens komt er een aantal vragen bovendrijven: Waarom ik? Waarom nu? Waarom hier? Heb ik een barst in mijn schedel? Is dit nou een cerebrovasculair accident? Is er een dokter in de zaal? Inmiddels meldt zich een paar huisgenoten. Niet voor iedereen was mijn super-G onhoorbaar verlopen. En ik schijn ook nogal hartgrondig mijn ongenoegen met de gang van zaken kenbaar te hebben gemaakt, wat ook wel weer geruststellend was, want een lijk vloekt niet. Monique heeft het nummer van de huisartsenpost paraat in haar mobiel. “Ja, mijn man is van de trap gevallen en nu is de vensterbank kapot. Heel raar. Hij sport veel. Hij kan goed kanoën. Hij fietst. Hij zwemt.” Ik weet niet wat de andere kant zegt. Zal vermoedelijk iets geweest zijn van: “Oh ja, ik heb ook zo’n vriend, ik vind het altijd zo geil als hij zijn parachute dicht laat tot vlak bij de grond. Dan sleur ik hem altijd meteen achter de geparkeerde auto's.” Dames, dames, het hersenweefsel met mijn historische kennis is zojuist opgezogen in de bekleding van de bureaustoel, we gaan nu aan mijn rekencentrum beginnen. Ik mis een stukje urgentie. Geef maar hier die telefoon. Maar die mevrouw is een hopeloos geval en ik kan me nu ook niet goed genoeg op het gesprek concentreren om hopeloze gevallen te outmanoeuveren. Ik geef de telefoon weer terug. Op een of andere manier verschijnt er toch na enige tijd ( New York Pizza-bezorgtijd maal pi, toegegeven die stoppen niet voor de slagbomen van de sneltram. Voor boten wachten ze dan weer wel. ) iemand in huis die in ieder geval van zichzelf vindt dat hij medische kennis heeft. Hij kijkt als een huisarts. Hij praat als een huisarts. So it must be een huisarts.

Hoe is het nu? Vijf hechtingen in mijn kop. Mijn linkeroor dubbel dik. En ik heb waarschijnlijk een aantal treden met mijn rug genomen. Daarmee is empirisch vastgesteld dat er comfortabelere manieren van reizen zijn. Slapen is een beetje ingewikkeld als van de honderd mogelijke houdingen er 99 onbruikbaar zijn door bloeduitstortingen, kneuzingen en andere scheuren.

Blijvende gevolgen? Laat ik het afkloppen. Het lijkt mee te vallen. Ja, die doet het ook nog. Ik ben als een balletje, maar ik heb sinds vrijdag ook niet meer normaal geslapen. Het is nog niet te peilen welke symptomen bij welke oorzaak horen. Het kan allemaal nog over gaan. Tussen de trap en mij komt het denk ik nooit meer goed. En ik geloof dat mijn uithoudingsvermogen om lange weblogs te maken is afgenomen.

Misschien had een aantal lezers onderweg nog even een moment van verwarring, but were afraid to ask. Slaapkamerkleding met een zwarte riem? Programmeurs willen in het weekend wel even los na een paar duizend accolades. De werkelijkheid is iets minder spannend, I’m afraid. Ik stap over het algemeen totaal gekleed in bed. Maarten heeft vaak moeite om in slaap te komen. In zijn eigen bed lukt sowieso niet, in het grote bed gaat het beter, maar is soms ook nog wat hulp nodig. Dan ga ik er even bij liggen om te adviseren. Het is tijd om te slapen. Morgen wordt weer een drukke dag. Niet meer praten nu. Lekker liggen. Lig je lekker? Lig je op je aller-allerlekkerst? Oogjes dicht. Nee, niet meer praten, je mag alleen nog maar fluisteren. Een hand op zijn ruggetje. Werkt meestal wel aardig. Monique kan hem later moeiteloos naar zijn eigen bed verhuizen. Je krijgt hem haast niet in slaap, maar daarna krijg je hem niet meer wakker. Zo’n kind is het nu eenmaal. Eerst wil hij niet naar de BSO, later wil hij niet meer naar huis. Alleen de adviezen werken zo goed, dat ook van papa’s plannen om over 20 minuten weer beneden te zijn en via internet nog wat derivaten te gaan bestellen en al die andere dingen die van essentieel belang zijn voor het functioneren van het gezin, weinig meer terecht komt. De eerste-hulparts was ook even van slag. Die is niet gewend dat bebloede klanten die moord en brand schreeuwen zichzelf nog wel aan kunnen kleden. Maarten vond het overigens heel stoer van de arts dat die 's nachts naar ons toe durfde te komen. Dan zijn er namelijk kraaien en die kunnen je opeten.

Inmiddels één bezoekje bij de huisarts verder. Hij heeft overleg gepleegd met een neuroloog en een cardioloog. Niemand ziet aanleiding voor nader onderzoek. Voelt hij nu dit? Dit dan? Of dit? Ja, we kunnen hem binnenste buiten keren, maar dan gaan we niks vinden. Die meneer is zo gezond als een vis, alleen zijn hartritme en bloeddruk zijn aan de lage kant. Niks aan de hand, hij moet alleen niet pardoes uit zijn bed springen of op de begane grond gaan slapen. Als die meneer dat al zes jaar zo doet, dan was zijn geluk nu gewoon een keer op. Hij hoeft ook niet bang te zijn in de auto of in het zwembad. De kans dat zoiets gebeurt in een dagelijkse stroom van gebeurtenissen, is net zo klein als bij iemand die nog nooit flauw gevallen is in het trappenhuis.

Een andere nieuwe zekerheid: als ik ooit nog onderhandelingen in ga met de woorden "ïk ben niet op mijn achterhoofd gevallen" dan is het meteen arrivederci met mijn vraagprijs.

En Franz Bauer is bij nader inzien eigenlijk helemaal niet de meest walgelijke Nederlandse artiest.

Thema's: gezondheid, persoonlijk

25 augustus 2012 - zwemles

zwemles

Toen ik aan mijn homeopaat vertelde dat ik met zwemles begonnen was, schreef hij meteen eenmaal daags drie vissticks voor (biologisch-dynamische natuurlijk) om mijn opdrijvend vermogen te stimuleren.
Kun je nog niet eens zwemmen dan?
Nou, officieel wel. Ja, wat is zwemmen? Ik zwem een heel behoorlijke schoolslag, ik kan echt wel in 20 minuten een rivier overzwemmen van een kilometer breed. Dat is een vorm van zwemmen.
Maar ik word in een zwembad ook geregeld voorbij gezwommen door mensen die schijnbaar moeiteloos een enorm tempo draaien.
Als ik ze probeer na te apen, verdrink ik. Op een of andere manier krijg ik het niet voor elkaar om dat wat ik zie om te zetten in beweging. Een beetje bijscholing dus won’t hurt.

Na afloop van de eerste les in de kantine:
wilt u iets bestellen?
ja, wat zal ik eens nemen?
doe maar een glaasje chloorwater.

Nou meneer, eigenlijk denk ik dat u wel genoeg heeft gehad. Sinds uw lesgroep is begonnen is het waterpeil in het wedstrijdbad 23 centimeter gezakt. Ik hoorde net dat de technische dienst zondag moet komen werken. We hopen dan de boel woensdag aan het eind van de ochtend weer een beetje genormaliseerd te hebben.

Thema: persoonlijk

2 februari 2012 - bremsen fehler

remmen

Op weg naar huis op de A-12 na een kerstdinertje bij familie in Maassluis licht ineens het dashboard op. Bremsen kaputt. Van alle plekken waar je remmen kapot kunnen gaan hoort de A-12 bij de minst slechte. De vluchtstrook biedt kilometers ruimte om tot stilstand te komen. Ik voeg uit en probeer hoe het rempedaal aanvoelt. De auto remt normaal.

Wat hiervan te denken?

Wat meet de boordcomputer eigenlijk en wanneer zijn remmen echt kapot? Van alle auto-onderdelen zijn de remmen waarschijnlijk het meest redundant uitgevoerd. Is de remolie weggelekt?

Kort geleden zijn er nieuwe remschijven in de voorwielen gegaan. Niet slecht na 150.000 km. Natuurlijk kunnen er ook remschijven gemaakt worden die een miljoen kilometer meekunnen. Die zijn dan alleen een meter dik en wegen 4000 kilo, dus dat schiet niet echt op.

En nu een storing aan een onderdeel dat kort geleden vernieuwd is? Ja, irritant, maar het is niet voor het eerst. Het is een ingebakken risico van zaken uit elkaar halen: dat het niet lukt om het in één keer weer goed te krijgen. Zelfs als een auto nieuw in elkaar gezet wordt en mensen de hele dag auto na auto steeds hetzelfde soort schroefje op steeds dezelfde plek staan vast te draaien, gaat niet alles goed. Dus ja, hoe zal dat dan in een garage gaan, waar de hele vloer bezaaid ligt met onderdelen vermengd met herfstbladeren, roest, half vergane rubber ringen etc.

De remolie is niet het probleem, het niveau staat keurig tussen min en max, dus na drie keer vaart maken en weer afremmen zonder complicaties stuur ik toch maar weer de snelweg op. Er zijn nog een paar plekken waar ik de remmen nodig zal hebben. Ruim van tevoren doe ik nog een testje. Het blijft goed gaan, gelukkig want als je echt een dood pedaal onder je voeten hebt dan voelt ruim van tevoren ineens waarschijnlijk toch best wel krap. Want hoe krijg je de vaart uit een auto zonder remmen? De handrem blijft het waarschijnlijk altijd wel doen, maar het effect is beperkt. Het houdt wel tegen, maar niet spectaculair. Menigeen rijdt met een aangetrokken handrem naar het museum zonder iets te merken. Niet uit principe, gewoon uit vergeetachtigheid.

De motor remt ook een beetje, als je je gas los laat. Maar als je onder aan een afrit stil wilt staan, dan zul je toch fors terug moeten schakelen, als je dat op de motor wilt regelen. 90 km/h in zijn vijf remt voor geen meter, in zijn vier ook niet. Maar ga je hem in zijn twee krijgen?

De volgende ochtend loopt de spanning op. Starten. Wat zegt het dashboard? Doodse stilte. Dus de remmen hebben zichzelf gerepareerd? Kan niet he? Ze zijn dus niet echt kapot. Natuurlijk krijgt de boordcomputer een of ander signaal waarop hij over de remmen gaat zeuren. Waar zit het verband tussen een remschijf en een boordcomputer? Misschien een probleem met het ABS-systeem.

De garage snapt het ook niet. Ze bevestigen wel dat er met de remmen niks mis is. Het lijkt hen het beste als ik er gewoon mee verder rijd en een beeld probeer te vormen van wanneer het probleem speelt.

De weken daarna blijft het halen-en-brengen. Sommige ritten verlopen zonder foutmelding. Soms is het na drie meter al raak. Er lijkt een samenhang met het weer. Als het droog is, is er meestal niks aan de hand. Maar de parkeerkelder bij het winkelcentrum vormt daarop weer een uitzondering. Zo droog als de kont van Sinterklaas maar daar gaat het toch bijna altijd fout. Dus misschien ook iets met achteruit uitparkeren met linkse stuuruitslag. Volgende keer eens proberen wat er gebeurt als ik het achteruit rollen stop met de handrem.

Het maakt geen verschil. Het went ondertussen niet echt om in spitsverkeer dat unaniem twintig kilometer sneller gaat dan de wettelijke limiet in de stromende regen op een kruispunt met stoplichten af te rijden, met knipperende noodkreten op het dashboard.

Weken later de auto nog maar eens ingeleverd bij de garage. Net na de koffie telefoon. ABS-unit kapot, is uiteindelijk het oordeel. Er zijn twee opties, vervangen of reviseren. Wat kost vervangen? 1700 euro. Doe dan maar reviseren. Tot vanmiddag. Tien minuten later weer telefoon. Reviseren duurt drie dagen en zonder ABS-unit wil de auto niet starten. OK, tot volgende week dan. Maarten vindt het niet erg. Hij vindt het vervangend vervoer veel mooier. De lijm van de bekleding ruikt inderdaad nog hartstikke vers.

En hoe is het nu? De waarschuwingen blijven weg. Ja natuurlijk, hij is toch gerepareerd? Ja, laten we het hopen. Als je de warnings disabelt blijft je dashboard ook lekker rustig. De eerstvolgende keer dat het spekglad wordt, gaat blijken of het ABS inderdaad goed gereviseerd is. Het is mij namelijk niet helemaal duidelijk wat er gereviseerd zou kunnen of moeten worden aan een stukje software.

Pagina 1/11

Selecteren op thema

Sorteren